Toen ging iedereen op pad om takken met bladeren te verzamelen. Daarmee bouwden ze hutten op de daken, op de binnenplaatsen, op de pleinen van de tempel en op de pleinen bij de Waterpoort en de Efraïmpoort.
Alle teruggekeerde ballingen woonden in deze hutten gedurende de zeven dagen van het feest. Iedereen was uitgelaten van vreugde, want het was de eerste keer sinds de tijd van Jozua, de zoon van Nun, dat dit feest weer werd gevierd!