Als ze een akker willen hebben, dan roven ze die. Als ze huizen willen hebben, dan nemen ze die. Zo bedriegen ze de mensen en nemen hun huizen en grond in bezit.
Hebben zij hun zinnen gezet op een bepaalde akker, dan zorgen zij ervoor die te krijgen. Zien zij een huis dat zij willen hebben, al is het iemands enige bezit, dan leggen zij er beslag op met dreigementen en geweld.