Add parallel Print Page Options

Psalm 4

Een lied van David. Voor de leider van het koor. Begeleiden met een snaarinstrument.

God, antwoord mij alstublieft als ik roep!
Want U komt voor mij op!
U redt me als ik in het nauw zit.
Heb medelijden met me!
Luister naar mijn gebed!

Hoelang blijven jullie me nog uitlachen?
Hoelang blijven jullie nog verlangen
naar dingen die eigenlijk niet belangrijk zijn?
Weet dat de Heer heel veel van mij houdt.
Hij luistert als ik Hem om hulp roep.

Heb ontzag voor God en wees Hem niet ongehoorzaam.
Denk na over wat er diep in je hart is
terwijl je 's nachts in bed ligt, en zwijg.
Breng aan de Heer de offers waar Hij van genieten kan
omdat je leeft zoals Hij het wil.
En vertrouw op Hem.

Veel mensen zeggen:
"Hoe zal het ooit weer goedkomen met ons?
Heer, zorg alstublieft weer voor ons!"
Maar Heer, U heeft míj heel gelukkig gemaakt.
Ik ben gelukkiger met U,
dan zij met hun grote oogsten van graan en wijn.
Ik kan in alle rust naar bed gaan en vredig in slaap vallen.
Want U alleen, Heer, zorgt ervoor dat ik veilig ben.

Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met snarenspel.

O God, luister naar mij nu ik tot U roep.
U laat mij toch altijd tot mijn recht komen!
Toen ik in de knel zat,
hebt U mij ruimte gegeven.
Heb ook nu medelijden met mij,
luister naar mijn gebed!
De Here God vraagt:
‘Mensenkinderen,
wanneer houden jullie er mee op
mijn eer te grabbel te gooien
door levenloze afgoden te aanbidden?
Hoelang blijven jullie nog
zinloze dingen najagen?
Het is allemaal bedrog!’
Luister goed:
de Here heeft mij voor Zichzelf bestemd,
daarom zal Hij naar mij luisteren
en mij antwoord geven wanneer ik tot Hem roep.
Als u boos wordt,
zondig dan niet tegen de Here.
Als u ʼs nachts wakker ligt,
overdenk dan in alle rust zijn woord.
Heb volkomen vertrouwen in de Here
en bied Hem uw offers aan
zoals die zijn voorgeschreven.
Veel mensen zeggen dat God niet zal helpen.
Here, toont U hun dat zij het mis hebben
door uw licht op ons te laten schijnen!
Ja, de blijdschap die U mij hebt gegeven,
gaat dieper dan hun vreugde,
wanneer zij in de oogsttijd hun rijke opbrengst overzien.
Ik ga rustig liggen en slaap vredig in,
ik weet dat alleen U mij beschermt, Here!

A zenészek vezetőjének. Húros hangszerekkel kísért ének. Dávid zsoltára.

Istenem, aki igazságot szolgáltatsz,
    ments ki szorult helyzetemből!
Kérlek, könyörülj rajtam,
    hallgasd meg imádságomat!

És ti, emberek, meddig fogtok még
    rosszat mondani rólam?
Miért szeretitek a rágalmazást?
    Meddig fogtok még hazudozni,
    és ok nélkül vádolni engem? Szela

Értsétek meg, az Örökkévaló meghallgatja,
    aki hűségesen követi őt!
Tudjátok meg, meghallgat engem is,
    ha segítségért kiáltok hozzá!

Ha meg is haragudtok,
    de ne vétkezzetek![a]
Szálljatok magatokba,
    mikor este lefekszetek,
    és csillapodjatok! Szela
Tiszta szívvel hozzatok
    az Örökkévalónak áldozatokat,
    és bízzatok benne!

Sokan mondják:
    „Ki hoz ránk végre jobb napokat?”
Ragyogtasd ránk, Örökkévaló,
    arcod világosságát!
Jobban örülök ennek,
    mint a bőséges aratásnak, vagy szüretnek.
Bizony, békességben fekszem le,
    el is alszom azonnal,
    mert nálad biztonságban vagyok, Örökkévaló!

Footnotes

  1. Zsoltárok 4:4 Ha… vétkezzetek Ezt idézi az Ef 4:26, de az ókori görög fordítás (LXX) alapján.

Hear me when I call, O God of my righteousness: thou hast enlarged me when I was in distress; have mercy upon me, and hear my prayer.

O ye sons of men, how long will ye turn my glory into shame? how long will ye love vanity, and seek after leasing? Selah.

But know that the Lord hath set apart him that is godly for himself: the Lord will hear when I call unto him.

Stand in awe, and sin not: commune with your own heart upon your bed, and be still. Selah.

Offer the sacrifices of righteousness, and put your trust in the Lord.

There be many that say, Who will shew us any good? Lord, lift thou up the light of thy countenance upon us.

Thou hast put gladness in my heart, more than in the time that their corn and their wine increased.

I will both lay me down in peace, and sleep: for thou, Lord, only makest me dwell in safety.