Add parallel Print Page Options

130 Een bedevaartslied.

Ik zit zo diep in de put, Here,
en ik roep naar U.
Luister naar mij, Here.
Laten uw oren naar mij luisteren.
Here, als U al onze zonden blijft onthouden,
kunnen wij immers niet blijven leven?
Maar ik weet dat U vergeeft,
zodat iedereen ontzag voor U zal hebben.
Ik verwacht alles van de Here.
Ik ken zijn woord en heb er alle vertrouwen in.
Ik zie uit naar de Here.
Ik zie naar Hem uit met nog meer verlangen
dan de nachtwachter uitkijkt naar de nieuwe morgen.
Laten de Israëlieten al hun vertrouwen op de Here stellen,
want de Here is rijk aan goedheid en liefde.
Hij zorgt voor de bevrijding.
Hij zal het volk Israël bevrijden
van al zijn zonden.

仰望耶和华者必蒙慈爱救赎

130 上行之诗。

耶和华啊,我从深处向你求告。
主啊,求你听我的声音!愿你侧耳听我恳求的声音!
主耶和华啊,你若究察罪孽,谁能站得住呢?
但在你有赦免之恩,要叫人敬畏你。
我等候耶和华,我的心等候,我也仰望他的话。
我的心等候主,胜于守夜的等候天亮,胜于守夜的等候天亮。
以色列啊,你当仰望耶和华,因他有慈爱,有丰盛的救恩。
他必救赎以色列脱离一切的罪孽。

Psalm 130

Een pelgrimslied.[a]

Uit de diepste ellende roep ik tot U, Heer.
Heer, luister naar mij.
Hoor hoe ik smekend tot U roep!
Als U al onze slechte daden ziet,
Heer, wie kan dan blijven bestaan?
Maar U vergeeft ons.
Daarom hebben we diep ontzag voor U.

Ik verwacht dat de Heer me zal helpen.
Ik vertrouw op Hem en op zijn woord.
Ik verlang meer naar de Heer,
dan nachtwakers van een stad verlangen naar de ochtend.
Israël, vertrouw op de Heer,
want de Heer is goed en liefdevol.
Hij redt elke keer weer.
Hijzelf zal het volk Israël bevrijden
van alles wat het verkeerd heeft gedaan.

Footnotes

  1. Psalmen 130:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.