Print Page Options

Inleiding

Geachte meneer Teofilus, al heel veel mensen hebben geprobeerd om op te schrijven wat er allemaal is gebeurd. Ze hebben alles nagevraagd bij de mensen die er zelf bij waren. Ook ik heb besloten om alles goed na te gaan en dan voor u op te schrijven. Nu zult u zelf kunnen zien dat het waar is wat de mensen u hebben verteld.[a]

Elizabet raakt in verwachting van Johannes

In de tijd dat Herodes[b] koning was van Judea, was er een priester die Zacharias heette. Hij was ingedeeld bij de groep priesters van Abia. Hij en zijn vrouw waren allebei uit de familie van Aäron.[c] Zijn vrouw heette Elizabet. Ze leefden allebei zoals God het wil en hielden zich aan alle regels van de wet van God, zonder Hem ongehoorzaam te zijn. Maar ze hadden geen kinderen, want Elizabet kon geen kinderen krijgen. Nu waren ze allebei al oud.

Op een keer was het Zacharias' beurt om als priester dienst te doen in de tempel. Zoals altijd was er geloot wie in de tempel van de Heer God het wierook-offer zou brengen. Zo had nu Zacharias de beurt gekregen. 10 Buiten stonden de mensen te bidden terwijl hij binnen het wierook-offer bracht.

11 Plotseling zag Zacharias een engel van de Heer God. Hij stond rechts van het altaar waarop het wierook-offer wordt gebracht. 12 Toen Zacharias de engel zag, schrok hij erg en was bang. 13 Maar de engel zei tegen hem: "Je hoeft niet bang te zijn. God heeft je gebed gehoord. Je vrouw Elizabet zal een zoon krijgen. Je moet hem Johannes noemen. 14 Je zal heel erg blij zijn met de geboorte van je zoon. En niet alleen jij, maar ook heel veel andere mensen zullen blij met hem zijn. 15 Want God heeft hem een belangrijke taak gegeven. Hij mag geen wijn of sterke drank drinken.[d] Al vóór zijn geboorte zal hij vol zijn van de Heilige Geest. 16 Dankzij hem zullen veel mensen van het volk Israël weer gaan leven zoals hun Heer God het wil. 17 Hij zal God dienen op dezelfde manier en met dezelfde kracht als de profeet Elia.[e] Door hem zullen de vaders hun hart weer openen voor hun kinderen. En mensen die ongehoorzaam zijn aan God, zullen door hem weer gaan leven zoals God het wil. Zo zal hij van de mensen een volk maken dat bruikbaar is voor God."

18 Zacharias zei tegen de engel: "Hoe weet ik dat dit inderdaad zal gebeuren? Want mijn vrouw en ik zijn allebei al oud." 19 De engel antwoordde: "Ik ben Gabriël, die dicht bij God mag komen om Hem te dienen. Ik ben gestuurd om je deze dingen te vertellen. 20 Omdat je mij niet wil geloven, zul je niet kunnen spreken totdat is gebeurd wat ik je heb verteld. Maar als de tijd gekomen is, zal alles gebeuren zoals ik je heb gezegd."

21 Intussen stonden de mensen op Zacharias te wachten. Ze vroegen zich af waarom hij zo lang binnen bleef. 22 Toen hij eindelijk naar buiten kwam, kon hij niet spreken. Ze begrepen dat God in de tempel tot hem gesproken had. Hij maakte gebaren tegen hen en kon niet praten. 23 Hij deed de afgesproken tijd dienst in de tempel. Daarna ging hij naar huis terug.

24 Zijn vrouw Elizabet raakte in verwachting. Ze bleef vijf maanden in huis en liet zich aan niemand zien. 25 Ze zei: "De Heer God heeft dit gedaan om te laten zien dat Hij mij niet is vergeten. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik mij niet meer hoef te schamen omdat ik geen kinderen heb."

Maria raakt in verwachting

26 Toen Elizabet zes maanden in verwachting was, stuurde God de engel Gabriël naar Nazaret. Dat is een stad in Galilea. 27 Hij ging naar een jonge, ongetrouwde vrouw die nog maagd was. Ze was verloofd met Jozef en nog nooit met hem naar bed geweest. Jozef was uit de familie van koning David.[f] De vrouw heette Maria. 28 De engel ging haar huis binnen en groette haar. Toen zei hij: "God heeft jou uitgekozen. God is met je." 29 Ze schrok toen ze hem zag. Ook was ze geschrokken van zijn woorden. Ze vroeg zich af wat de engel bedoelde. 30 De engel zei tegen haar: "Je hoeft niet bang te zijn, Maria. Want God wil goed voor jou zijn. 31 Je zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= 'God redt') noemen. 32 Hij zal een belangrijk mens zijn en Hij zal 'Zoon van de Allerhoogste God' worden genoemd. De Heer God zal Hem koning van Israël maken, net als zijn voorvader David.[g] 33 Hij zal voor eeuwig als koning regeren over het volk Israël. Er zal nooit een eind komen aan zijn heerschappij."

34 Maria zei tegen de engel: "Hoe kan dat gebeuren? Want ik ben nog niet getrouwd." 35 De engel zei: "De Heilige Geest zal bij je komen. De kracht van de Allerhoogste God zal over je komen. Daardoor zal er een heilig kind in je ontstaan. Hij zal daarom 'Zoon van God' worden genoemd. 36 Je nicht Elizabet is ook in verwachting van een zoon. Ze is al oud en iedereen dacht dat ze geen kinderen kon krijgen. Maar nu is ze al zes maanden in verwachting. 37 Want voor God is niets onmogelijk." 38 Maria antwoordde: "Ik wil de Heer God gehoorzaam zijn. Laat Hij met me doen wat u heeft gezegd." Toen ging de engel bij haar weg.

Maria bezoekt Elizabet

39 Daarna vertrok Maria haastig naar een stad in de bergen van de stam van Juda. 40 Ze ging daar Zacharias en Elizabet bezoeken. Ze ging hun huis binnen en groette Elizabet. 41 Toen Elizabet de groet van Maria hoorde, bewoog het kind in haar buik. Het leek op te springen. En Elizabet werd vol van de Heilige Geest. 42 Ze riep luid: "God is zó goed geweest voor jou! Meer dan voor alle andere vrouwen! En God is óók zo goed voor je kind! 43 Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer bij mij op bezoek komt? 44 Want op het moment dat je mij groette, sprong mijn kind van blijdschap op in mijn buik. 45 Wat heerlijk voor je dat je hebt geloofd wat Hij tegen je heeft gezegd! Want wat Hij tegen je heeft gezegd, zal ook gebeuren."

46 Maria zei: "Ik prijs de Heer God. 47 En ik ben blij over God, mijn Redder, 48 omdat Hij zó goed geweest is voor mij, een gewone vrouw. Voortaan zullen alle volken zeggen dat God heerlijke dingen voor mij heeft gedaan. 49 Want de heilige, machtige God heeft geweldige dingen bij mij gedaan. 50 Hij is vriendelijk en goed voor alle mensen die ontzag voor Hem hebben. Ook voor hun kinderen is Hij vriendelijk. 51 Hij heeft machtige dingen gedaan. Trotse mensen heeft Hij vernederd. 52 Machtige mensen heeft Hij hun macht afgenomen. Maar gewone mensen heeft Hij geëerd. 53 Hongerige mensen heeft Hij veel gegeven. Maar rijke mensen heeft Hij met lege handen weggestuurd. 54 Hij is zijn volk Israël te hulp gekomen, 55 omdat Hij wilde doen wat Hij vroeger aan onze voorouders heeft beloofd. Want Hij heeft al aan Abraham beloofd dat Hij voor eeuwig goed zou zijn voor hem en zijn familie ná hem."[h]

56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij Elizabet. Daarna ging ze naar huis terug.

De geboorte van Johannes

57 Na negen maanden kreeg Elizabet een zoon. 58 Haar buren en familie hoorden dat God zo goed voor haar was geweest. Ze waren heel erg blij voor haar. 59 Toen het kind acht dagen oud was, kwamen er mensen om het kind te besnijden.[i] Ze wilden het kind net als zijn vader 'Zacharias' noemen. 60 Maar Elizabet zei: "Nee, hij moet Johannes heten." 61 Ze zeiden tegen haar: "Maar niemand in je familie heet zo!" 62 Ze gebaarden tegen de vader dat hij moest beslissen hoe het kind moest heten. 63 Hij vroeg om een schrijfplankje. En hij schreef op: "Hij heet Johannes." Iedereen was erg verbaasd. 64 Op dat moment kon Zacharias weer spreken en hij prees God.

65 Iedereen in hun omgeving was erg onder de indruk van wat God had gedaan. In het hele bergland van Judea werd er over gepraat. 66 Iedereen die het hoorde, vroeg zich af: "Wat zal dat kind voor iemand worden?" En God was met hem.

Zacharias profeteert over Johannes

67 Vader Zacharias werd vol van de Heilige Geest en profeteerde: 68 "Prijs de Heer, de God van Israël. Want Hij is ons niet vergeten. Hij heeft ons iemand gegeven die ons zal redden en bevrijden. 69 Hij heeft een machtige Redder gegeven, uit de familie van zijn dienaar koning David. 70 Dat is ook wat Hij al vanaf het begin van de wereld beloofd heeft door de heilige profeten. 71 Hij had beloofd dat Hij ons zou redden van onze vijanden. Hij zou ons bevrijden uit de macht van de mensen die ons haten. 72 Hij beloofde dat Hij vriendelijk en goed zou zijn voor onze voorouders en dat Hij zou doen wat Hij hun had beloofd. 73 Hij zou het heilige verbond dat Hij plechtig met onze vader Abraham had gesloten, niet vergeten. 74 Hij zou ons redden uit de macht van onze vijanden, zodat we Hem zonder vrees zouden kunnen dienen. 75 Hij beloofde dat we ons leven lang dicht bij Hem zouden mogen leven om Hem te dienen. Hij zou ervoor zorgen dat we kunnen leven zoals Hij het wil, zodat we werkelijk zijn volk zouden zijn. 76 En jij, mijn kind, zal een profeet van de Allerhoogste God worden genoemd. Want je zal voor de Heer uit gaan om de weg voor Hem vrij te maken. 77 Je zal aan zijn volk vertellen hoe ze gered kunnen worden en hoe ze vergeving kunnen krijgen voor hun ongehoorzaamheid aan God. 78 Want omdat onze God goed en vriendelijk is, zal Hij ons niet vergeten. Hij is ons Licht uit de hemel. 79 En zijn Licht zal schijnen op de mensen die in het donker leven, vlak voor de poorten van de dood. Zo zal Hij ons de weg naar de vrede wijzen."

80 Het kind groeide op en werd steeds meer gevuld met de Heilige Geest. Hij leefde in de woestijn, tot op de dag dat hij in Israël over God begon te spreken.

Footnotes

  1. Lukas 1:4 Veel geschiedschrijvers gaan ervan uit dat Lukas dit verslag én het boek Handelingen heeft geschreven voor de verdediging van Paulus, toen Paulus in Rome gevangen zat voor zijn geloof in Jezus. Teofilus was de rechter die de zaak van Paulus moest bekijken.
  2. Lukas 1:5 Herodes was geen Joodse koning, maar een man uit het volk van Edom. Edom was altijd een vijand van Israël geweest.
  3. Lukas 1:5 Aäron was de eerste hogepriester geweest. Dat was in de tijd dat Israël door de woestijn trok. Lees Leviticus 8:5-12.
  4. Lukas 1:15 Dat hoorde zo bij mensen die door God werden uitgekozen voor een speciale taak. Lees ook Numeri 6:3.
  5. Lukas 1:17 Elia was een profeet uit de tijd van koning Achab, ongeveer 850 jaar hiervóór.
  6. Lukas 1:27 David was ongeveer 1000 jaar hiervóór koning van Israël.
  7. Lukas 1:32 God had aan David beloofd dat er altijd een zoon uit zijn familie koning zou zijn. Lees 1 Kronieken 17:11-14. Jezus is uit de familie van koning David. Dat blijkt uit vers 27.
  8. Lukas 1:55 Lees Genesis 17:7 en Genesis 12:3 over Gods beloften aan Abraham. Die had Hij bijna 2000 jaar hiervóór gedaan!
  9. Lukas 1:59 Alle Joodse mannen moesten hun geslachtsdeel laten besnijden. Dat was het teken van het verbond van God met het Joodse volk. Lees Genesis 17:9-14.

1-2 提阿非罗大人,已经有很多人根据最初的目击者和传道者给我们的口述,把我们中间发生的事记载下来。 我把一切事情从头至尾仔细查考之后,决定按次序写出来, 使你知道自己所学的道都是有真凭实据的。

天使预告施洗者约翰出生

犹太王希律执政期间,亚比雅的班里有位祭司名叫撒迦利亚,他妻子伊丽莎白是亚伦的后裔。 夫妻二人遵行主的一切诫命和条例,无可指责,在上帝眼中是义人。 但他们没有孩子,因为伊丽莎白不能生育,二人又年纪老迈。

有一天,轮到撒迦利亚他们那一班祭司当值, 他们按照祭司的规矩抽签,抽中撒迦利亚到主的殿里去烧香。 10 众百姓都在外面祷告。 11 那时,主的天使在香坛的右边向撒迦利亚显现, 12 撒迦利亚见了,惊慌害怕起来。

13 天使对他说:“撒迦利亚,不要害怕,你的祷告已蒙垂听。你的妻子伊丽莎白要为你生一个儿子,你要给他取名叫约翰。 14 你必欢喜快乐,许多人也会因为他的诞生而欣喜雀跃, 15 因为他将成为主伟大的仆人。他必滴酒不沾,并且在母腹里就被圣灵充满。 16 他将劝导许多以色列人回心转意,归顺主——他们的上帝。 17 他将以先知以利亚的心志和能力做主的先锋,使父亲的心转向儿女,使叛逆的人回转、顺从义人的智慧,为主预备合用的子民。”

18 撒迦利亚对天使说:“我已经老了,我的妻子也上了年纪,我如何知道这是真的呢?” 19 天使回答说:“我是侍立在上帝面前的加百列,奉命来向你报这喜讯。 20 我说的这些话到时候必定应验。但因为你不肯相信我的话,所以这事成就以前,你将变成哑巴,不能说话。”

21 人们在等候撒迦利亚,见他在圣殿里迟迟不出来,都感到奇怪。 22 后来他出来了,却成了哑巴,不能说话,只能打手势,大家意识到他在圣殿里看见了异象。 23 撒迦利亚供职期满,就回家去了。 24 不久,伊丽莎白果然怀了孕,她有五个月闭门不出。 25 她说:“主真是眷顾我,除掉了我不生育的羞耻。”

天使预告耶稣降生

26 伊丽莎白怀孕六个月的时候,天使加百列又奉上帝的命令到加利利的拿撒勒, 27 去见一位童贞女,她叫玛丽亚。玛丽亚已经和大卫的后裔约瑟订了婚。

28 天使到了玛丽亚那里,说:“恭喜你,蒙大恩的女子,主与你同在!”

29 玛丽亚听了觉得十分困惑,反复思想这话的意思。

30 天使对她说:“玛丽亚,不要害怕,你在上帝面前已经蒙恩了。 31 你要怀孕生子,并给祂取名叫耶稣。 32 祂伟大无比,将被称为至高者的儿子,主上帝要把祂祖先大卫的王位赐给祂。 33 祂要永远统治以色列[a],祂的国度永无穷尽。”

34 玛丽亚对天使说:“这怎么可能呢?我还是童贞女。”

35 天使回答说:“圣灵要临到你身上,至高者的能力要荫庇你,所以你要生的那圣婴必称为上帝的儿子。 36 看啊,你的亲戚伊丽莎白年纪老迈,一向不能生育,现在已经怀男胎六个月了。 37 因为上帝无所不能。”

38 玛丽亚说:“我是主的婢女,愿你所说的话在我身上成就。”于是天使离开了她。

玛丽亚看望伊丽莎白

39 不久,玛丽亚便动身赶到犹太山区的一座城, 40 进了撒迦利亚的家,向伊丽莎白请安。 41 伊丽莎白一听见玛丽亚的问安,腹中的胎儿便跳动起来,伊丽莎白被圣灵充满, 42 高声喊着说:“在妇女中你是最蒙福的!你腹中的孩子也是蒙福的! 43 我主的母亲来探望我,我怎么敢当呢? 44 我一听到你问安的声音,腹中的孩子就欢喜跳动。 45 相信主所说的话必实现的女子有福了!”

46 玛丽亚说:
“我的心尊主为大,
47 我的灵因我的救主上帝而欢喜,
48 因祂眷顾我这卑微的婢女,
从今以后,
世世代代都要称我是有福的。
49 全能者在我身上行了奇事,
祂的名是神圣的。
50 祂怜悯敬畏祂的人,
直到世世代代。
51 祂伸出臂膀,施展大能,
驱散心骄气傲的人。
52 祂使当权者失势,
叫谦卑的人升高。
53 祂使饥饿的得饱足,
叫富足的空手而去。
54 祂扶助了自己的仆人以色列,
55 祂要施怜悯给亚伯拉罕和他的子孙,
直到永远,
正如祂对我们祖先的应许。”

56 玛丽亚和伊丽莎白同住了约三个月,便回家去了。

施洗者约翰出生

57 伊丽莎白的产期到了,生下一个儿子。 58 亲戚和邻居听见主向她大施怜悯,都和她一同欢乐。 59 到了第八天,他们来给孩子行割礼,想照他父亲的名字给他取名叫撒迦利亚。

60 但伊丽莎白说:“不!要叫他约翰。”

61 他们说:“你们家族中没有人用这个名字啊!” 62 他们便向他父亲打手势,问他要给孩子起什么名字。 63 撒迦利亚就要了一块写字板,写上:“他的名字叫约翰。”大家看了都很惊奇。 64 就在那时,撒迦利亚恢复了说话的能力,便开口赞美上帝。 65 住在周围的人都很惧怕,这消息很快就传遍了整个犹太山区。 66 听见的人都在想:“这孩子将来会怎样呢?因为主与他同在。”

撒迦利亚的预言

67 孩子的父亲撒迦利亚被圣灵充满,便预言说:

68 “主——以色列的上帝当受称颂,
因祂眷顾、救赎了自己的子民,
69 在祂仆人大卫的家族中为我们兴起了一位大能的拯救者[b]
70 正如祂从亘古借着祂圣先知们的口所说的。
71 祂要从仇敌和一切恨我们之人手中拯救我们。
72 祂怜悯我们的祖先,
持守自己的圣约,
73 就是祂对我们的先祖亚伯拉罕所起的誓,
74 要把我们从仇敌手中拯救出来,
75 使我们一生一世在圣洁和公义中坦然无惧地事奉祂。
76 至于你,我的儿子啊!
你将要被称为至高者的先知,
因为你要走在主的前面,
为祂预备道路,
77 使百姓因罪得赦免而明白救恩的真谛。
78 由于上帝的怜悯,
清晨的曙光必从高天普照我们,
79 照亮那些生活在黑暗中和死亡阴影下的人,
带领我们走平安的道路。”

80 那孩子渐渐长大,心灵强健,在向以色列人公开露面之前,一直住在旷野。

Footnotes

  1. 1:33 以色列”希腊文是“雅各的家”。
  2. 1:69 拯救者”希腊文是“拯救的角”。

De geboorte van Johannes de Doper aangekondigd

Beste Theofilus, er zijn al verscheidene boeken over het leven van Jezus Christus geschreven. Men is daarbij steeds uitgegaan van wat de eerste leerlingen en andere ooggetuigen hebben verteld. Toch dacht ik dat het nuttig zou zijn alles nog eens nauwkeurig na te gaan en u daarvan een geordend verslag uit te brengen. U zult zien dat het volledig overeenstemt met wat u is geleerd.

Mijn verhaal begint bij de Joodse priester Zacharias, die leefde in de tijd dat Herodes koning van Judea was. Hij behoorde tot de priesterafdeling van Abia. Zijn vrouw Elisabeth kwam net als hijzelf uit het priestergeslacht van Aäron. Zacharias en Elisabeth waren goede mensen, die zich stipt aan Gods wetten hielden. Zij hadden geen kinderen, omdat Elisabeth onvruchtbaar was. Op het moment dat dit verhaal begint, waren zij allebei al erg oud.

Op een dag had Zacharias dienst in de tempel, omdat zijn afdeling aan de beurt was. Er werd altijd om geloot wie het heiligdom van God zou binnengaan om wierook te branden. Deze keer was het lot op Zacharias gevallen. 10 Terwijl hij in het heiligdom bezig was, stonden op het tempelplein vele mensen te bidden. 11 Plotseling zag Zacharias een engel van de Here staan, rechts van het altaar waarop de wierook werd gebrand. 12 Hij wist niet wat hem overkwam en werd bang. 13 De engel zei: ‘Wees niet bang, Zacharias. Ik ben gekomen om u te vertellen dat God uw gebed heeft verhoord. Uw vrouw Elisabeth zal een zoon krijgen en u moet hem Johannes noemen. 14 Hij zal u en vele andere mensen heel erg blij maken. 15 Uw zoon zal een groot man zijn in de ogen van de Here. Hij mag geen druppel wijn of sterke drank drinken en al voor zijn geboorte zal hij vol zijn van de Heilige Geest. 16 Hij zal vele Joden ervan overtuigen dat zij moeten terugkeren tot de Here, hun God. 17 Hij zal een bijzondere man zijn, een boodschapper met dezelfde geest en kracht als de profeet Elia. Hij zal ouders en kinderen verzoenen en de ongehoorzamen weer op het pad van de rechtvaardigheid brengen. Zo vormt hij een volk dat gereedstaat voor God.’ 18 Zacharias zei tegen de engel: ‘Moet ik dat zomaar geloven? Ik ben immers al oud en mijn vrouw ook!’

19 Toen zei de engel: ‘Ik ben Gabriël en leef heel dicht bij God. Hij heeft mij naar u toegestuurd om u dit te vertellen, maar u wilt mij niet geloven. 20 Daarom zult u vanaf nu niet meer kunnen spreken. Pas als het kind geboren is, zult u weer kunnen spreken. Want wat ik heb gezegd, zal precies op tijd uitkomen.’ 21 Ondertussen stonden de mensen buiten op Zacharias te wachten. Zij vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. 22 Eindelijk kwam hij naar buiten, maar hij zei niets. Hij kon geen woord uitbrengen. Uit zijn gebaren konden zij opmaken dat hij in het heiligdom een engel had gezien. 23 Zacharias bleef in de tempel tot zijn dienst voorbij was en ging toen naar huis terug. 24 Kort daarna werd Elisabeth zwanger. Vijf maanden lang kwam zij niet onder de mensen. 25 ‘Wat is de Here goed voor mij!’ juichte zij. ‘Hij heeft de schande van mij weggenomen dat ik geen kinderen had.’

De geboorte van Jezus aangekondigd

26 Toen Elisabeth in haar zesde maand was, stuurde God de engel Gabriël naar Nazareth, een stad in Galilea. 27 Hij moest bij Maria zijn, een jonge vrouw die verloofd was met een zekere Jozef, die nog van koning David afstamde. 28 Gabriël kwam bij haar binnen en zei: ‘Ik wens u vrede toe! U bent een gelukkige vrouw. De Here zij met u!’ 29 Maria raakte daardoor in de war en werd bang. Zij vroeg zich af wat hij bedoelde. 30 ‘Wees niet bang, Maria,’ zei de engel, ‘want God heeft besloten u heel bijzonder te zegenen. 31 U zult zwanger worden en een zoon krijgen, die u de naam Jezus moet geven. 32 Hij zal een groot man zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Here, zal Hem de troon van zijn voorvader David geven. 33 Hij zal voor altijd over het volk Israël regeren en aan zijn regering zal geen einde komen.’

34 ‘Maar hoe kan ik een kind krijgen?’ vroeg Maria. ‘Ik ben nog maagd.’ 35 De engel antwoordde: ‘De Heilige Geest zal over u komen. U zult zwanger worden door de kracht van God. Daarom zal uw Kind heilig zijn en de Zoon van God worden genoemd. 36 Ik heb nog meer nieuws. Het is over uw oude tante Elisabeth. U weet dat zij geen kinderen kon krijgen, maar nu verwacht zij een zoon. Zij is al in haar zesde maand. 37 Voor God is niets onmogelijk. Wat Hij zegt, gebeurt.’

38 ‘Goed,’ zei Maria, ‘de Here mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.’ Daarop ging de engel weg.

39 Kort daarop reisde Maria zo vlug zij kon naar het bergland van Judea om Elisabeth te bezoeken. 40 Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. 41 Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, begon het kind in haar buik te trappelen. En Elisabeth zelf werd vol van de Heilige Geest. 42 Zij jubelde het uit en zei tegen Maria: ‘Jij bent de meest gezegende vrouw van de hele wereld en jouw kind draagt Gods zegen.

43 Wat een eer dat de moeder van mijn Here bij mij op bezoek komt. 44 Want toen je binnenkwam en ik je stem hoorde, begon het kind in mijn buik te trappelen van blijdschap. 45 Jij hebt geloofd dat God zou doen wat Hij zei. Wat een geluk!’

46 Maria antwoordde: ‘Ik prijs de Here met mijn hele hart! 47 Ik kan mijn blijdschap niet op! 48 God, mijn Redder, heeft aan mij gedacht. En ik ben maar een gewone vrouw. Nu zullen de mensen altijd en overal zeggen dat ik bevoorrecht ben, 49 want de machtige, heilige God heeft grote dingen voor mij gedaan. 50 Hij is altijd goed voor mensen, die ontzag voor Hem hebben. 51 Hij heeft laten zien hoe groot en machtig Hij is. Hij heeft hoogmoedige mensen in verwarring gebracht 52 en vorsten van hun troon gestoten. Maar gewone mensen zijn door Hem op een voetstuk gezet. 53 Hij heeft hongerigen overladen met het goede en rijken met lege handen weggestuurd. 54 Hij heeft zijn knecht Israël geholpen. 55 Hij is zijn belofte niet vergeten, want hij had Abraham en zijn kinderen beloofd altijd goed voor hen te zijn.’

56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij Elisabeth. Toen ging zij terug naar huis. 57 De dag kwam dat Elisabeths kind geboren werd en het was een jongen. 58 Natuurlijk kwamen haar buren en familieleden het al gauw te weten. Iedereen was blij omdat de Here zo goed voor haar was geweest. 59 Toen het kind acht dagen oud was, werd naar Joods gebruik zijn voorhuid weggesneden en kreeg hij zijn naam. Ieder die bij deze plechtigheid aanwezig was, dacht dat het kind net als zijn vader Zacharias zou heten. 60 Maar Elisabeth zei: ‘Nee! Hij moet Johannes heten.’ 61 ‘Johannes? Er is toch niemand in de hele familie die zo heet!’ zei men. 62 Ze vroegen de vader wat hij ervan vond. 63 Hij maakte hun duidelijk dat hij iets wilde hebben om op te schrijven. 64 Tot ieders verbazing schreef hij: ‘Zijn naam is Johannes.’ Op hetzelfde moment kon hij weer spreken en begon hij God te prijzen. 65 Dit maakte diepe indruk op de mensen. Overal in het bergland van Judea werd erover gesproken. 66 Ieder die het nieuws hoorde, nam het ter harte en zei: ‘Wat zal er van dat kind worden?’ Want het was duidelijk dat de Here iets bijzonders met hem voorhad. 67 Zacharias werd vol van de Heilige Geest, die hem liet zeggen: 68 ‘Prijs de Here, de God van Israël. Hij heeft zijn volk bezocht en gered. 69 Hij heeft ons een machtige Redder gestuurd uit het geslacht van zijn dienaar David, 70 zoals Hij lang geleden door zijn heilige profeten had beloofd. 71 Hij heeft ons iemand gestuurd die ons zal redden uit de handen van onze vijanden, van allen die ons haten. 72 Hij is goed voor onze voorouders geweest. 73 Hij heeft zijn plechtige belofte aan Abraham niet vergeten. 74 Hij heeft ons het voorrecht gegeven Hem te dienen zonder angst, bevrijd uit de handen van onze vijanden. 75 Wij mogen bij Hem horen en doen wat Hij zegt, heel ons leven lang.

76 En jij, kind, jij zult een profeet van de Allerhoogste God worden genoemd. Jij zult voor de Redder uitgaan om zijn volk voor te bereiden op zijn komst. 77 Jij zult hun vertellen dat zij gered kunnen worden door de vergeving van hun zonden. 78 Want het hart van onze God loopt over van liefde en goedheid. Een hemels licht zal op ons schijnen, 79 zodat de mensen die in het donker en de schaduw van de dood zitten, weer kunnen zien en wij op de weg van de vrede worden gebracht.’

80 De jonge Johannes groeide op en werd sterk gemaakt door de Heilige Geest. Hij hield zich op in dorre streken en bleef daar tot de dag dat hij in het openbaar in Israël optrad.

1-2 提阿非羅大人,已經有很多人根據最初的目擊者和傳道者給我們的口述,把我們中間發生的事記載下來。 我把一切事情從頭至尾仔細查考之後,決定按次序寫出來, 使你知道自己所學的道都是有真憑實據的。

天使預告施洗者約翰出生

猶太王希律執政期間,亞比雅的班裡有位祭司名叫撒迦利亞,他妻子伊莉莎白是亞倫的後裔。 夫妻二人遵行主的一切誡命和條例,無可指責,在上帝眼中是義人。 但他們沒有孩子,因為伊莉莎白不能生育,二人又年紀老邁。

有一天,輪到撒迦利亞他們那一班祭司當值, 他們按照祭司的規矩抽籤,抽中撒迦利亞到主的殿裡去燒香。 10 眾百姓都在外面禱告。 11 那時,主的天使在香壇的右邊向撒迦利亞顯現, 12 撒迦利亞見了,驚慌害怕起來。

13 天使對他說:「撒迦利亞,不要害怕,你的禱告已蒙垂聽。你的妻子伊莉莎白要為你生一個兒子,你要給他取名叫約翰。 14 你必歡喜快樂,許多人也會因為他的誕生而欣喜雀躍, 15 因為他將成為主偉大的僕人。他必滴酒不沾,並且在母腹裡就被聖靈充滿。 16 他將勸導許多以色列人回心轉意,歸順主——他們的上帝。 17 他將以先知以利亞的心志和能力作主的先鋒,使父親的心轉向兒女,使叛逆的人回轉、順從義人的智慧,為主預備合用的子民。」

18 撒迦利亞對天使說:「我已經老了,我的妻子也上了年紀,我如何知道這是真的呢?」 19 天使回答說:「我是侍立在上帝面前的加百列,奉命來向你報這喜訊。 20 我說的這些話到時候必定應驗。但因為你不肯相信我的話,所以這事成就以前,你將變成啞巴,不能說話。」

21 人們在等候撒加利亞,見他在聖殿裡遲遲不出來,都感到奇怪。 22 後來他出來了,卻成了啞巴,不能說話,只能打手勢,大家意識到他在聖殿裡看見了異象。 23 撒迦利亞供職期滿,就回家去了。 24 不久,伊莉莎白果然懷了孕,她有五個月閉門不出。 25 她說:「主真是眷顧我,除掉了我不生育的羞恥。」

天使預告耶穌降生

26 伊莉莎白懷孕六個月的時候,天使加百列又奉上帝的命令到加利利的拿撒勒, 27 去見一位童貞女,她叫瑪麗亞。瑪麗亞已經和大衛的後裔約瑟訂了婚。

28 天使到了瑪麗亞那裡,說:「恭喜你!蒙大恩的女子,主與你同在!」

29 瑪麗亞聽了覺得十分困惑,反覆思想這話的意思。

30 天使對她說:「瑪麗亞,不要害怕,你在上帝面前已經蒙恩了。 31 你要懷孕生子,並給祂取名叫耶穌。 32 祂偉大無比,將被稱為至高者的兒子,主上帝要把祂祖先大衛的王位賜給祂。 33 祂要永遠統治以色列[a],祂的國度永無窮盡。」

34 瑪麗亞對天使說:「這怎麼可能呢?我還是童貞女。」

35 天使回答說:「聖靈要臨到你身上,至高者的能力要蔭庇你,所以你要生的那聖嬰必稱為上帝的兒子。 36 看啊,你的親戚伊莉莎白年紀老邁,一向不能生育,現在已經懷男胎六個月了。 37 因為上帝無所不能。」

38 瑪麗亞說:「我是主的婢女,願你所說的話在我身上成就。」於是天使離開了她。

瑪麗亞看望伊莉莎白

39 不久,瑪麗亞便動身趕到猶太山區的一座城, 40 進了撒迦利亞的家,向伊莉莎白請安。 41 伊莉莎白一聽見瑪麗亞的問安,腹中的胎兒便跳動起來,伊莉莎白被聖靈充滿, 42 高聲喊著說:「在婦女中你是最蒙福的!你腹中的孩子也是蒙福的! 43 我主的母親來探望我,我怎麼敢當呢? 44 我一聽到你問安的聲音,腹中的孩子就歡喜跳動。 45 相信主所說的話必實現的女子有福了!」

46 瑪麗亞說:
「我的心尊主為大,
47 我的靈因我的救主上帝而歡喜,
48 因祂眷顧我這卑微的婢女,
從今以後,
世世代代都要稱我是有福的。
49 全能者在我身上行了奇事,
祂的名是神聖的。
50 祂憐憫敬畏祂的人,
直到世世代代。
51 祂伸出臂膀,施展大能,
驅散心驕氣傲的人。
52 祂使當權者失勢,
叫謙卑的人升高。
53 祂使饑餓的得飽足,
叫富足的空手而去。
54 祂扶助了自己的僕人以色列,
55 祂要施憐憫給亞伯拉罕和他的子孫,
直到永遠,
正如祂對我們祖先的應許。」

56 瑪麗亞和伊莉莎白同住了約三個月,便回家去了。

施洗者約翰出生

57 伊莉莎白的產期到了,生下一個兒子。 58 親戚和鄰居聽見主向她大施憐憫,都和她一同歡樂。 59 到了第八天,他們來給孩子行割禮,想照他父親的名字給他取名叫撒迦利亞。

60 但伊莉莎白說:「不!要叫他約翰。」

61 他們說:「你們家族中沒有人用這個名字啊!」 62 他們便向他父親打手勢,問他要給孩子起什麼名字。 63 撒迦利亞就要了一塊寫字板,寫上:「他的名字叫約翰。」大家看了都很驚奇。 64 就在那時,撒迦利亞恢複了說話的能力,便開口讚美上帝。 65 住在周圍的人都很懼怕,這消息很快就傳遍了整個猶太山區。 66 聽見的人都在想:「這孩子將來會怎樣呢?因為主與他同在。」

撒迦利亞的預言

67 孩子的父親撒迦利亞被聖靈充滿,便預言說:

68 「主——以色列的上帝當受稱頌,
因祂眷顧、救贖了自己的子民,
69 在祂僕人大衛的家族中為我們興起了一位大能的拯救者[b]
70 正如祂從亙古藉著祂聖先知們的口所說的。
71 祂要從仇敵和一切恨我們之人手中拯救我們。
72 祂憐憫我們的祖先,
持守自己的聖約,
73 就是祂對我們的先祖亞伯拉罕所起的誓,
74 要把我們從仇敵手中拯救出來,
75 使我們一生一世在聖潔和公義中坦然無懼地事奉祂。
76 至於你,我的兒子啊!
你將要被稱為至高者的先知,
因為你要走在主的前面,
為祂預備道路,
77 使百姓因罪得赦免而明白救恩的真諦。
78 由於上帝的憐憫,
清晨的曙光必從高天普照我們,
79 照亮那些生活在黑暗中和死亡陰影下的人,
帶領我們走平安的道路。」

80 那孩子漸漸長大,心靈強健,在向以色列人公開露面之前,一直住在曠野。

Footnotes

  1. 1·33 以色列」希臘文是「雅各的家」。
  2. 1·69 拯救者」希臘文是「拯救的角」。

Introduction(A)

Many have undertaken to draw up an account of the things that have been fulfilled[a] among us, just as they were handed down to us by those who from the first(B) were eyewitnesses(C) and servants of the word.(D) With this in mind, since I myself have carefully investigated everything from the beginning, I too decided to write an orderly account(E) for you, most excellent(F) Theophilus,(G) so that you may know the certainty of the things you have been taught.(H)

The Birth of John the Baptist Foretold

In the time of Herod king of Judea(I) there was a priest named Zechariah, who belonged to the priestly division of Abijah;(J) his wife Elizabeth was also a descendant of Aaron. Both of them were righteous in the sight of God, observing all the Lord’s commands and decrees blamelessly.(K) But they were childless because Elizabeth was not able to conceive, and they were both very old.

Once when Zechariah’s division was on duty and he was serving as priest before God,(L) he was chosen by lot,(M) according to the custom of the priesthood, to go into the temple of the Lord and burn incense.(N) 10 And when the time for the burning of incense came, all the assembled worshipers were praying outside.(O)

11 Then an angel(P) of the Lord appeared to him, standing at the right side of the altar of incense.(Q) 12 When Zechariah saw him, he was startled and was gripped with fear.(R) 13 But the angel said to him: “Do not be afraid,(S) Zechariah; your prayer has been heard. Your wife Elizabeth will bear you a son, and you are to call him John.(T) 14 He will be a joy and delight to you, and many will rejoice because of his birth,(U) 15 for he will be great in the sight of the Lord. He is never to take wine or other fermented drink,(V) and he will be filled with the Holy Spirit(W) even before he is born.(X) 16 He will bring back many of the people of Israel to the Lord their God. 17 And he will go on before the Lord,(Y) in the spirit and power of Elijah,(Z) to turn the hearts of the parents to their children(AA) and the disobedient to the wisdom of the righteous—to make ready a people prepared for the Lord.”(AB)

18 Zechariah asked the angel, “How can I be sure of this?(AC) I am an old man and my wife is well along in years.”(AD)

19 The angel said to him, “I am Gabriel.(AE) I stand in the presence of God, and I have been sent to speak to you and to tell you this good news. 20 And now you will be silent and not able to speak(AF) until the day this happens, because you did not believe my words, which will come true at their appointed time.”

21 Meanwhile, the people were waiting for Zechariah and wondering why he stayed so long in the temple. 22 When he came out, he could not speak to them. They realized he had seen a vision in the temple, for he kept making signs(AG) to them but remained unable to speak.

23 When his time of service was completed, he returned home. 24 After this his wife Elizabeth became pregnant and for five months remained in seclusion. 25 “The Lord has done this for me,” she said. “In these days he has shown his favor and taken away my disgrace(AH) among the people.”

The Birth of Jesus Foretold

26 In the sixth month of Elizabeth’s pregnancy, God sent the angel Gabriel(AI) to Nazareth,(AJ) a town in Galilee, 27 to a virgin pledged to be married to a man named Joseph,(AK) a descendant of David. The virgin’s name was Mary. 28 The angel went to her and said, “Greetings, you who are highly favored! The Lord is with you.”

29 Mary was greatly troubled at his words and wondered what kind of greeting this might be. 30 But the angel said to her, “Do not be afraid,(AL) Mary; you have found favor with God.(AM) 31 You will conceive and give birth to a son, and you are to call him Jesus.(AN) 32 He will be great and will be called the Son of the Most High.(AO) The Lord God will give him the throne of his father David,(AP) 33 and he will reign over Jacob’s descendants forever; his kingdom(AQ) will never end.”(AR)

34 “How will this be,” Mary asked the angel, “since I am a virgin?”

35 The angel answered, “The Holy Spirit will come on you,(AS) and the power of the Most High(AT) will overshadow you. So the holy one(AU) to be born will be called[b] the Son of God.(AV) 36 Even Elizabeth your relative is going to have a child(AW) in her old age, and she who was said to be unable to conceive is in her sixth month. 37 For no word from God will ever fail.”(AX)

38 “I am the Lord’s servant,” Mary answered. “May your word to me be fulfilled.” Then the angel left her.

Mary Visits Elizabeth

39 At that time Mary got ready and hurried to a town in the hill country of Judea,(AY) 40 where she entered Zechariah’s home and greeted Elizabeth. 41 When Elizabeth heard Mary’s greeting, the baby leaped in her womb, and Elizabeth was filled with the Holy Spirit.(AZ) 42 In a loud voice she exclaimed: “Blessed are you among women,(BA) and blessed is the child you will bear! 43 But why am I so favored, that the mother of my Lord(BB) should come to me? 44 As soon as the sound of your greeting reached my ears, the baby in my womb leaped for joy. 45 Blessed is she who has believed that the Lord would fulfill his promises to her!”

Mary’s Song(BC)

46 And Mary said:

“My soul glorifies the Lord(BD)
47     and my spirit rejoices in God my Savior,(BE)
48 for he has been mindful
    of the humble state of his servant.(BF)
From now on all generations will call me blessed,(BG)
49     for the Mighty One has done great things(BH) for me—
    holy is his name.(BI)
50 His mercy extends to those who fear him,
    from generation to generation.(BJ)
51 He has performed mighty deeds with his arm;(BK)
    he has scattered those who are proud in their inmost thoughts.(BL)
52 He has brought down rulers from their thrones
    but has lifted up the humble.(BM)
53 He has filled the hungry with good things(BN)
    but has sent the rich away empty.
54 He has helped his servant Israel,
    remembering to be merciful(BO)
55 to Abraham and his descendants(BP) forever,
    just as he promised our ancestors.”

56 Mary stayed with Elizabeth for about three months and then returned home.

The Birth of John the Baptist

57 When it was time for Elizabeth to have her baby, she gave birth to a son. 58 Her neighbors and relatives heard that the Lord had shown her great mercy, and they shared her joy.

59 On the eighth day they came to circumcise(BQ) the child, and they were going to name him after his father Zechariah, 60 but his mother spoke up and said, “No! He is to be called John.”(BR)

61 They said to her, “There is no one among your relatives who has that name.”

62 Then they made signs(BS) to his father, to find out what he would like to name the child. 63 He asked for a writing tablet, and to everyone’s astonishment he wrote, “His name is John.”(BT) 64 Immediately his mouth was opened and his tongue set free, and he began to speak,(BU) praising God. 65 All the neighbors were filled with awe, and throughout the hill country of Judea(BV) people were talking about all these things. 66 Everyone who heard this wondered about it, asking, “What then is this child going to be?” For the Lord’s hand was with him.(BW)

Zechariah’s Song

67 His father Zechariah was filled with the Holy Spirit(BX) and prophesied:(BY)

68 “Praise be to the Lord, the God of Israel,(BZ)
    because he has come to his people and redeemed them.(CA)
69 He has raised up a horn[c](CB) of salvation for us
    in the house of his servant David(CC)
70 (as he said through his holy prophets of long ago),(CD)
71 salvation from our enemies
    and from the hand of all who hate us—
72 to show mercy to our ancestors(CE)
    and to remember his holy covenant,(CF)
73     the oath he swore to our father Abraham:(CG)
74 to rescue us from the hand of our enemies,
    and to enable us to serve him(CH) without fear(CI)
75     in holiness and righteousness(CJ) before him all our days.

76 And you, my child, will be called a prophet(CK) of the Most High;(CL)
    for you will go on before the Lord to prepare the way for him,(CM)
77 to give his people the knowledge of salvation
    through the forgiveness of their sins,(CN)
78 because of the tender mercy of our God,
    by which the rising sun(CO) will come to us from heaven
79 to shine on those living in darkness
    and in the shadow of death,(CP)
to guide our feet into the path of peace.”(CQ)

80 And the child grew and became strong in spirit[d];(CR) and he lived in the wilderness until he appeared publicly to Israel.

Footnotes

  1. Luke 1:1 Or been surely believed
  2. Luke 1:35 Or So the child to be born will be called holy,
  3. Luke 1:69 Horn here symbolizes a strong king.
  4. Luke 1:80 Or in the Spirit