Add parallel Print Page Options

Jezus is een betere Hogepriester dan een aardse hogepriester (vervolg)

Elke hogepriester heeft als taak om namens de mensen bij God te komen. Hij moet voor de mensen dieren offeren aan God. Met die offers vraagt hij Hem om vergeving voor de ongehoorzaamheid van de mensen. Die hogepriester heeft begrip voor de mensen die verkeerd tegen God hebben gedaan. Want hij is zelf ook een mens. Hij is zelf ook soms ongehoorzaam aan God. Daarom moet hij niet alleen voor het volk, maar ook voor zichzelf offers brengen om vergeving te krijgen. Maar niemand kiest er zelf voor om hogepriester te worden. Hij krijgt die taak van God. Zo ging dat ook bij Aäron.[a]

Ook Christus heeft Zich niet Zelf tot Hogepriester gemaakt. Hij kreeg die taak van God die gezegd had: "Jij bent mijn Zoon. Vanaf vandaag ben Ik jouw Vader." En op een andere plaats zegt God: "Jij bent voor eeuwig Hogepriester, zoals Melchizédek."[b] Jezus heeft als mens op aarde geleefd. In die tijd heeft Hij het tot God uitgeschreeuwd in zijn gebed. Huilend heeft Hij gebeden tot God die Hem van de dood kon redden. En God heeft Jezus verhoord toen Hij zo bang was. Zo heeft Jezus, ook al was Hij Gods Zoon, geléérd om gehoorzaam te zijn. Maar dat kostte Hem lijden en pijn. En doordat Hij volmaakt gehoorzaam was, kunnen de mensen die Hem gehoorzamen het eeuwige leven krijgen. 10 Zo maakte God Jezus tot net zo'n Hogepriester als Melchizédek.

Geloof moet groeien

11 Ik zou hier eigenlijk nog veel meer over willen vertellen. Maar het is moeilijk aan jullie uit te leggen. Dat komt doordat jullie nog niet veel hebben gedaan met wat ik jullie tot nu toe geleerd heb. 12 Jullie geloven al een hele tijd. Jullie hadden allang andere mensen moeten kunnen lesgeven over het geloof. Maar dat kunnen jullie niet. Jullie hebben zelf nog les nodig in de eerste, eenvoudige dingen van het woord van God. Wat dat betreft lijken jullie op baby's. Baby's die nog melk nodig hebben en nog geen vast voedsel kunnen eten. 13 Mensen die nog van 'geestelijke melk' leven, zien het verschil niet tussen goed en verkeerd onderwijs. Ze zijn baby's in het geloof. 14 Maar mensen die het geloof toepassen, kunnen 'vast voedsel' (= moeilijker onderwijs) krijgen. Door het geloof toe te passen in hun leven hebben ze het verschil geleerd tussen goed en kwaad. (lees verder)

Footnotes

  1. Hebreeën 5:4 Lees Exodus 28:1 en 36 en Exodus 29:29.
  2. Hebreeën 5:6 Dit staat in Psalmen 110:4. Lees hierover meer in Hebreeën 7 en in Genesis 14:14-20.

Jezus Christus is onze hogepriester

De hogepriester van Israël is een mens die de speciale taak heeft zijn medemensen bij God te vertegenwoordigen. Hij biedt God hun gaven aan en offert Hem de dieren die zijn gegeven om niet alleen de zonden van de mensen, maar ook die van hemzelf te bedekken. Omdat hij ook zelf in de menselijke zwakheid deelt, kan hij mensen die onwetend en dwalende zijn, vriendelijk tegemoet treden. Hij staat immers aan dezelfde verleidingen bloot en begrijpt hun problemen daarom heel goed. Niemand kan hogepriester worden omdat hij dat zelf zo graag wil. Hij moet door God voor dit werk geroepen zijn, net als Aäron. Ook Christus heeft Zichzelf niet uitgekozen om hogepriester te worden. God koos Hem en zei tegen Hem: ‘Jij bent mijn Zoon, Ik heb Je vandaag het leven gegeven.’ Een andere keer zei God tegen Hem: ‘U bent de eeuwige priester, zoals ook Melchisedek mijn priester was.’ Terwijl Hij hier op aarde was, heeft Christus onder tranen geroepen tot God, die Hem van de dood kon redden. God verhoorde zijn gebeden, omdat Hij Zich aan Gods wil onderwierp. Zelfs al was Jezus de Zoon van God, toch moest Hij uit ervaring leren wat gehoorzaamheid was. Ook als dat pijn en verlatenheid betekende. Nadat Jezus had bewezen daarin volmaakt te zijn, werd Hij de gever van eeuwige redding voor alle mensen die Hem gehoorzamen. 10 God had Hem immers aangewezen als hogepriester, op dezelfde wijze als Melchisedek.

11 Ik zou hierover nog veel meer willen zeggen, maar u luistert gewoon niet, daarom kan ik het zo moeilijk duidelijk maken. 12 Nu u al een hele tijd christen bent, zou u eigenlijk anderen moeten onderwijzen. Maar u bent helaas zover teruggevallen dat de eerste beginselen van het christen-zijn u weer moeten worden bijgebracht. U bent net babyʼs die geen vast voedsel kunnen verdragen en daarom nog melk moeten drinken. 13 Als iemand nog op melk moet leven, blijkt daaruit dat hij als christen niet erg ver gevorderd is, hij kent nauwelijks het verschil tussen goed en kwaad. Hij is nog een baby! 14 Zo zult u de zwaardere kost nooit kunnen verdragen. Die zwaardere kost is voor hen die goed en kwaad uit elkaar kunnen houden. Zij kunnen opgroeien tot volwassen christenen.

Qualifications for High Priesthood

For every high priest taken from among men (A)is appointed for men in things pertaining to God, that he may offer both gifts and sacrifices for sins. He can [a]have compassion on those who are ignorant and going astray, since he himself is also subject to (B)weakness. Because of this he is required as for the people, so also for (C)himself, to offer sacrifices for sins. And no man takes this honor to himself, but he who is called by God, just as (D)Aaron was.

A Priest Forever

(E)So also Christ did not glorify Himself to become High Priest, but it was He who said to Him:

(F)“You are My Son,
Today I have begotten You.”

As He also says in another place:

(G)“You are a priest forever
According to the order of Melchizedek”;

who, in the days of His flesh, when He had (H)offered up prayers and supplications, (I)with vehement cries and tears to Him (J)who was able to save Him from death, and was heard (K)because of His godly fear, though He was a Son, yet He learned (L)obedience by the things which He suffered. And (M)having been perfected, He became the author of eternal salvation to all who obey Him, 10 called by God as High Priest (N)“according to the order of Melchizedek,” 11 of whom (O)we have much to say, and hard to explain, since you have become (P)dull of hearing.

Spiritual Immaturity

12 For though by this time you ought to be teachers, you need someone to teach you again the first principles of the [b]oracles of God; and you have come to need (Q)milk and not solid food. 13 For everyone who partakes only of milk is unskilled in the word of righteousness, for he is (R)a babe. 14 But solid food belongs to those who are [c]of full age, that is, those who by reason of [d]use have their senses exercised (S)to discern both good and evil.

Footnotes

  1. Hebrews 5:2 deal gently with
  2. Hebrews 5:12 sayings, Scriptures
  3. Hebrews 5:14 mature
  4. Hebrews 5:14 practice