Add parallel Print Page Options

7,8 Dit verbond zal overgaan op elke nieuwe generatie, voor altijd. Ook voor uw kinderen en hun kinderen zal Ik een God zijn. Het land Kanaän zal voor altijd van u en uw nakomelingen zijn. En Ik zal uw God zijn. 9,10 Uw gedeelte van het verbond bestaat uit het naleven van de regels. Dit is uw verplichting aan Mij: iedere mannelijke nakomeling moet worden besneden,

Read full chapter

Ik zal jou en je familie ná jou het land geven waar je nu als vreemdeling woont. Ik zal jullie het hele land Kanaän geven. Het zal voor eeuwig jullie eigendom zijn. En Ik zal jullie God zijn."

Verder zei God tegen Abraham: "Jij en je familie ná jou moeten je houden aan jullie deel van het verbond. 10 Jullie deel is, dat alle mannen van je familie moeten worden besneden.

Read full chapter

The whole land of Canaan,(A) where you now reside as a foreigner,(B) I will give as an everlasting possession to you and your descendants after you;(C) and I will be their God.(D)

Then God said to Abraham, “As for you, you must keep my covenant,(E) you and your descendants after you for the generations to come.(F) 10 This is my covenant with you and your descendants after you, the covenant you are to keep: Every male among you shall be circumcised.(G)

Read full chapter