Add parallel Print Page Options

36 Maak een rozet van puur goud en graveer daarop de woorden: “Aan de Here gewijd”. 37,38 Bevestig de rozet met een blauwpurperen koord op de voorkant van de tulband. Zo zal Aäron de rozet altijd op zijn voorhoofd dragen en op die manier de schuld dragen die voortkomt uit fouten bij het offeren door de Israëlieten. Hij moet de rozet altijd dragen als hij de Here onder ogen komt, zodat het volk weer wordt geaccepteerd en de Here hen vergeeft.

Read full chapter

36 Maak een plaat van zuiver goud en snijd daarin de tekst: 'Heilig voor de Heer'. 37 Maak die plaat met een blauw koordje vast op de voorkant van de tulband. 38 Aäron moet die tulband met die gouden plaat op zijn hoofd dragen. Als de Israëlieten fouten maken wanneer ze hun offers aan Mij brengen, neemt Aäron met die tulband de schuld daarvoor op zich. Hij moet de tulband altijd dragen, zodat Ik die offers toch kan aannemen.

Read full chapter

36 “Make a plate(A) of pure gold and engrave on it as on a seal: holy to the Lord.(B) 37 Fasten a blue cord to it to attach it to the turban; it is to be on the front of the turban. 38 It will be on Aaron’s forehead, and he will bear the guilt(C) involved in the sacred gifts the Israelites consecrate, whatever their gifts may be. It will be on Aaron’s forehead continually so that they will be acceptable(D) to the Lord.

Read full chapter