Then (A)the goat (B)became exceedingly great, but when he was strong, the great horn was broken, and instead of it there came up four (C)conspicuous horns toward (D)the four winds of heaven.

Out of one of them came (E)a little horn, which grew exceedingly great toward (F)the south, toward the east, and toward (G)the glorious land. 10 (H)It grew great, (I)even to the host of heaven. And some of the host (J)and some[a] of (K)the stars it threw down to the ground and (L)trampled on them.

Read full chapter

Footnotes

  1. Daniel 8:10 Or host, that is, some

De bok met de ene hoorn werd steeds machtiger. Maar toen hij heel erg machtig was geworden, brak de grote hoorn plotseling af. Daarvoor in de plaats ontstonden vier grote horens die in de richting van de vier windstreken wezen. Uit één van die horens ontstond weer een andere hoorn. Eerst was die heel klein, maar hij groeide verder en verder. Hij groeide in de richting van het zuiden, van het oosten en van het Sieraad.[a] 10 De hoorn werd zó groot dat hij tot aan de hemelse legers kwam. En hij stootte sommigen van dat leger, namelijk de sterren,[b] uit de hemel en vertrapte ze.

Read full chapter

Footnotes

  1. Daniël 8:9 Gods Sieraad, Gods kostbaarste land: het land Israël.
  2. Daniël 8:10 Met 'sterren' worden in de bijbel vaak belangrijke engelen bedoeld.