Hebreeën 5:1-10
Het Boek
Jezus Christus is onze hogepriester
5 De hogepriester van Israël is een mens die de speciale taak heeft zijn medemensen bij God te vertegenwoordigen. Hij biedt God hun gaven aan en offert Hem de dieren die zijn gegeven om niet alleen de zonden van de mensen, maar ook die van hemzelf te bedekken. 2 Omdat hij ook zelf in de menselijke zwakheid deelt, kan hij mensen die onwetend en dwalende zijn, vriendelijk tegemoet treden. 3 Hij staat immers aan dezelfde verleidingen bloot en begrijpt hun problemen daarom heel goed. 4 Niemand kan hogepriester worden omdat hij dat zelf zo graag wil. Hij moet door God voor dit werk geroepen zijn, net als Aäron. 5 Ook Christus heeft Zichzelf niet uitgekozen om hogepriester te worden. God koos Hem en zei tegen Hem: ‘Jij bent mijn Zoon, Ik heb Je vandaag het leven gegeven.’ 6 Een andere keer zei God tegen Hem: ‘U bent de eeuwige priester, zoals ook Melchisedek mijn priester was.’ 7 Terwijl Hij hier op aarde was, heeft Christus onder tranen geroepen tot God, die Hem van de dood kon redden. God verhoorde zijn gebeden, omdat Hij Zich aan Gods wil onderwierp. 8 Zelfs al was Jezus de Zoon van God, toch moest Hij uit ervaring leren wat gehoorzaamheid was. Ook als dat pijn en verlatenheid betekende. 9 Nadat Jezus had bewezen daarin volmaakt te zijn, werd Hij de gever van eeuwige redding voor alle mensen die Hem gehoorzamen. 10 God had Hem immers aangewezen als hogepriester, op dezelfde wijze als Melchisedek.
Read full chapter
Hebreeën 5:1-10
BasisBijbel
Jezus is een betere Hogepriester dan een aardse hogepriester (vervolg)
5 Elke hogepriester heeft als taak om namens de mensen bij God te komen. Hij moet voor de mensen dieren offeren aan God. Met die offers vraagt hij Hem om vergeving voor de ongehoorzaamheid van de mensen. 2 Die hogepriester heeft begrip voor de mensen die verkeerd tegen God hebben gedaan. Want hij is zelf ook een mens. Hij is zelf ook soms ongehoorzaam aan God. 3 Daarom moet hij niet alleen voor het volk, maar ook voor zichzelf offers brengen om vergeving te krijgen. 4 Maar niemand kiest er zelf voor om hogepriester te worden. Hij krijgt die taak van God. Zo ging dat ook bij Aäron.[a]
5 Ook Christus heeft Zich niet Zelf tot Hogepriester gemaakt. Hij kreeg die taak van God die gezegd had: "Jij bent mijn Zoon. Vanaf vandaag ben Ik jouw Vader." 6 En op een andere plaats zegt God: "Jij bent voor eeuwig Hogepriester, zoals Melchizédek."[b] 7 Jezus heeft als mens op aarde geleefd. In die tijd heeft Hij het tot God uitgeschreeuwd in zijn gebed. Huilend heeft Hij gebeden tot God die Hem van de dood kon redden. En God heeft Jezus verhoord toen Hij zo bang was. 8 Zo heeft Jezus, ook al was Hij Gods Zoon, geléérd om gehoorzaam te zijn. Maar dat kostte Hem lijden en pijn. 9 En doordat Hij volmaakt gehoorzaam was, kunnen de mensen die Hem gehoorzamen het eeuwige leven krijgen. 10 Zo maakte God Jezus tot net zo'n Hogepriester als Melchizédek.
Read full chapterFootnotes
- Hebreeën 5:4 Lees Exodus 28:1 en 36 en Exodus 29:29.
- Hebreeën 5:6 Dit staat in Psalmen 110:4. Lees hierover meer in Hebreeën 7 en in Genesis 14:14-20.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016