Add parallel Print Page Options

Maar de Here bekeek met afkeer het zondige gedrag van de mensen. Van al hun voornemens zag Hij dat de opzet boos was. Daarom had Hij er spijt van dat Hij hen had geschapen en Hij voelde zich diep gekwetst. Hij zei: ‘Ik zal ze uitroeien. Niet alleen de mensen, maar ook alle dieren, kruipende dieren en de vogels. Ik had ze nooit moeten maken.’

Read full chapter

The Lord saw how great the wickedness of the human race had become on the earth,(A) and that every inclination of the thoughts of the human heart was only evil all the time.(B) The Lord regretted(C) that he had made human beings on the earth, and his heart was deeply troubled. So the Lord said, “I will wipe from the face of the earth(D) the human race I have created—and with them the animals, the birds and the creatures that move along the ground—for I regret that I have made them.(E)

Read full chapter