Add parallel Print Page Options

23 Andere mensen hebben mij verteld hoe Jezus met zijn leerlingen de Paasmaaltijd vierde. En ik heb dat ook aan jullie verteld. Dat ging zó. In de nacht dat Jezus werd verraden, nam Hij een brood, dankte ervoor en brak het in stukken. 24 En Hij zei: "Neem hiervan, en eet het. Dit is mijn lichaam dat voor jullie wordt gebroken. Eet hiervan om aan Mij te denken." 25 Na de maaltijd nam Hij de wijnbeker en zei: "Deze beker is het nieuwe verbond met God dat met mijn bloed wordt gesloten.[a] Elke keer dat jullie hiervan drinken, moeten jullie aan Mij denken." 26 Want elke keer dat jullie van het brood eten en uit de wijnbeker drinken, herinneren jullie daarmee aan de dood van de Heer, totdat Hij komt. 27 Eet dus niet zonder eerbied van het brood en drink dus niet zonder eerbied uit de wijnbeker van de Heer. Als je geen eerbied hebt, doe je verkeerd tegen het lichaam en het bloed van de Heer. 28 Denk dus eerst goed na over de betekenis van de maaltijd, vóórdat je van het brood eet en uit de wijnbeker drinkt. 29 Houd er bij het eten en drinken rekening mee, dat het om het lichaam van Christus gaat. Doe je dat niet, dan zal God je bestraffen.

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Corinthiërs 11:25 God had eeuwen geleden al een verbond gesloten met Abraham en later met het hele volk dat uit hem was ontstaan. Lees Genesis 15:7-20 en Exodus 6:1-6. Dat was het oude verbond. Het nieuwe verbond van Jezus' dood is de vervulling van de beloften van het oude verbond.

23 Wat ik u hierover al eerder heb verteld, heb ik van de Here ontvangen. In de nacht dat de Here Jezus werd verraden, nam Hij een brood, 24 dankte God ervoor en zei: ‘Dit is mijn lichaam, dat Ik voor u geef. Eet het geregeld als een herinnering aan Mij.’ 25 Na het eten nam Hij ook de beker en zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond, dat wordt bekrachtigd met mijn bloed. Drink die geregeld als een herinnering aan Mij.’ 26 Want telkens als u van dit brood eet en uit de beker drinkt, bevestigt u daarmee dat de Here gestorven is. Doe dit tot Hij terugkomt. 27 Wie op een onwaardige manier van het brood eet en uit de beker van de Here drinkt, zondigt daarmee tegen het lichaam en het bloed van de Here.

28 Daarom moet u uzelf eerst goed onderzoeken, voordat u van het brood eet en uit de beker drinkt. 29 Want wie eet en drinkt zonder rekening te houden met de diepe betekenis van deze maaltijd, haalt Gods oordeel over zich.

Read full chapter

23 For I received from the Lord(A) what I also passed on to you:(B) The Lord Jesus, on the night he was betrayed, took bread, 24 and when he had given thanks, he broke it and said, “This is my body,(C) which is for you; do this in remembrance of me.” 25 In the same way, after supper he took the cup, saying, “This cup is the new covenant(D) in my blood;(E) do this, whenever you drink it, in remembrance of me.” 26 For whenever you eat this bread and drink this cup, you proclaim the Lord’s death until he comes.(F)

27 So then, whoever eats the bread or drinks the cup of the Lord in an unworthy manner will be guilty of sinning against the body and blood of the Lord.(G) 28 Everyone ought to examine themselves(H) before they eat of the bread and drink from the cup. 29 For those who eat and drink without discerning the body of Christ eat and drink judgment on themselves.

Read full chapter

23 For I have received of the Lord that which also I delivered unto you, that the Lord Jesus the same night in which he was betrayed took bread:

24 And when he had given thanks, he brake it, and said, Take, eat: this is my body, which is broken for you: this do in remembrance of me.

25 After the same manner also he took the cup, when he had supped, saying, this cup is the new testament in my blood: this do ye, as oft as ye drink it, in remembrance of me.

26 For as often as ye eat this bread, and drink this cup, ye do shew the Lord's death till he come.

27 Wherefore whosoever shall eat this bread, and drink this cup of the Lord, unworthily, shall be guilty of the body and blood of the Lord.

28 But let a man examine himself, and so let him eat of that bread, and drink of that cup.

29 For he that eateth and drinketh unworthily, eateth and drinketh damnation to himself, not discerning the Lord's body.

Read full chapter