Add parallel Print Page Options

26 Daarom zette de God van Israël de Assyrische koningen Pul en Tiglatpileser aan het land binnen te vallen en de mannen van Ruben, Gad en Manasse te deporteren. Zij werden meegenomen naar Halah, Habor, Hara en de rivier van Gozan, waar zij tot op de dag van vandaag wonen.

Read full chapter

26 Daarom zorgde God ervoor dat koning Pul (dat is Tiglat-Pileser) van Assur Israël aanviel en veroverde. Hij nam de stammen van Ruben en Gad en de helft van de stam Manasse mee naar zijn land. Ze moesten gaan wonen in Hala, Habor, Hara en aan de rivier de Gozan.[a] Daar wonen ze nu nog steeds.

Read full chapter

26 So the God of Israel stirred up the spirit(A) of Pul(B) king of Assyria (that is, Tiglath-Pileser(C) king of Assyria), who took the Reubenites, the Gadites and the half-tribe of Manasseh into exile. He took them to Halah,(D) Habor, Hara and the river of Gozan, where they are to this day.

Read full chapter